Het nut van gezonde minderwaardigheid
          =====================================
                        2022-11-06


Ik ben de laatste tijd bijzonder geïnspireerd door de levens
en geschriften van Clara en Franciscus van Assisi.  Een  van
hun thema's is dat ze  zichzelf  minderwaardig  maakten  aan
andere mensen. Binnen de ordening van de schepping plaatsten
ze  zich  zelfs  helemaal   onderaan.    Ik   ben   hierdoor
gefascineerd en het voelt voor mij heel  natuurlijk  om  dit
ook te doen.  Hun manier van kijken naar jezelf is  ook  800
jaar later nog steeds enorm radikaal (met een K :-). In deze
blogpost wil ik hier verder op ingaan en bekijken  wat  deze
houding voor mij betekent, hoe dit frictie oplevert  met  de
cognitieve psychologie, en hoe de  wereld  baat  zou  kunnen
hebben   bij   wat   meer   menselijke    minderwaardigheid.

Over het thema van de minderwaardigheid schreef  de  Vlaamse
minderbroeder  Angelicus  Kiekens   een   prachtig   gebed*:

> 'Onze vader die in de hemel zijt,
> Ik voel me voor U het kleinste, nederigste, nietigste ding,
> Verloren onder de miljoenen wezentjes
> Die dwarrelen aan de voet van uw Hoogmogendheid,
> Een blote worm gekropen uit de grond,
> Een broerke van een rups, een bij, een vlieg, van al
> Wat asem haalt en roert en U veel schoner looft
> Dan ik het kan.
> Ik kus in onderdanigheid
> De grauwe aarde waaruit uw hand mij heeft gekneed,
> Waarin ik zinken zal en Gij mij weer
> Terug uittrekken zult.
> O Allerliefste Zoon van God,
> Ik kus nog eens voor U de grond
> Omdat Gij met uw Kruis ons hebt verlost

Dit idee van deemoed spreekt mij bijzonder aan. Jezelf klein
en nietig voelen kan heel waardevol zijn, maar dat staat wel
haaks op de waarden van onze  huidige  samenleving.   In  de
moderne wereld is het ontzettend belangrijk om assertief  te
zijn, om jezelf goed in de markt  te  zetten  en  altijd  te
blijven werken aan je "personal branding".  Al  deze  dingen
vervullen mij al jaren met afschuw, maar ik dacht  eigenlijk
dat dit mijn persoonlijke makke was.  Het feit dat  ik  jeuk
krijg van  boeken  in  de  categorie  "personal  growth"  en
persoonlijk  leiderschap  weet  ik  aan   mijn   roots   als
puisterige alto die naar  punkconcerten  ging  en  zich  met
zwarte   nagellak   onderdompelde   in   de    tegencultuur.

Toch heeft de denktrant van Franciscus en Clara  nog  steeds
een actuele weerslag en dan met name  in  die  tegencultuur.
Dit is ironisch, want beiden waren juist zeer gehoorzaam aan
de  katholieke  orde  van  die  tijd.   Het  breken  met  de
autoriteit of met de kerk was  voor  hen  ondenkbaar.   Toch
ijverden ze wel om ruimte te krijgen voor hun  geloofswijze.
Franciscus deed zijn  best  om  een  officiële  stempel  van
goedkeuring te krijgen voor hun leefregel en Clara wou graag
met haar zusters  in  San  Damiano  een  kloosterlijk  leven
kunnen hebben dat vrij was  van  bezittingen.   Alhoewel  ze
vrij netjes  binnen  de  lijntjes  van  de  zeer  stringente
katholieke kerk kleurden, was hun levenswijze  ook  toen  al
bijzonder radikaal. Zij konden er echter mee wegkomen, omdat
het geheel en al  gebaseerd  was  op  een  vrij  letterlijke
interpretatie van evangelieteksten.   Ze  leefden  eigenlijk
voorbij aan het voorbeeld dat door de kerk  werd  opgehouden
en gingen direct terug naar de bron en namen de woorden  van
Jezus vrij letterlijk.  Je kunt dit heel goed  zien  als  je
alle  verwijzingen  doorploegt  die  in  de  leefregels  van
Franciscus zitten.  Het is haast alsof hij een eigen mixtape
heeft gemaakt van  zijn  favoriete  bijbelpassages  en  zijn
enthousiasme daarover jaren  later  nog  steeds  weerklinkt.

Van  de  vele  Franciscaanse  gedachtes  blijft  vooral  het
concept van deemoed de laatste  weken  bij  mij  rondzingen.
Deemoed is tamelijk ouderwets Nederlands en is  te  vertalen
met nederige onderwerping.  Dit beeld van  onderwerping  aan
God, aan de schepping, aan de aarde zelf  en  al  het  leven
vind ik prachtig en vervuld mij met een soort zoet  genoegen
dat ik in weinig andere ideeën tref.  Het gaat voor mij hand
in hand met jezelf kwetsbaar opstellen, met vriendelijk zijn
tegen je medemens, met het proberen niet  te  oordelen,  met
respect hebben voor de natuur, de hele aarde en alle levende
schepsels  op  de  grond,  in  de  lucht  en  in  de  zeeën.

Toen ik een  tiener  was  schreef  ik  eens  een  heel  kort
gedichtje:

> In een schaduw kan ik groeien
> tot ik een eigen schaduw heb

Ik was veertien toen ik het schreef, maar  ondertussen  weet
ik niet zeker of ik wel per se een eigen schaduw nodig  heb.
Ik denk dat ik liever verblijf in de schaduw,  of  misschien
juist het  licht,  van  het  ontzag  dat  ik  heb  voor  het
universum, voor moeder aarde, of vromer uitgedrukt: voor God
zelf. Ik hoef niet meer een superbelangrijke boom te zijn in
dit bos van bomen. Een blote worm, een broerke van een rups:
ik voel me heel prettig bij die gedachte.  Ik denk dat  deze
deemoed mij vriendelijker maakt, milder voor anderen en  dat
ik daardoor een algeheel beter mens ben.   Toch  wordt  deze
houding vaak als problematisch bestempeld  en  misschien  is
hij dat soms ook wel.  In de cognitieve psychologie  is  dit
gevoel van minderwaardigheid expliciet iets waar je aan moet
werken.   Als  je  schematherapie   volgt   dan   krijg   je
bijvoorbeeld te horen dat je lijdt aan schema nummer twaalf:
onderwerping.  Deze is binnen die therapievorm zeer kwalijk,
omdat je te weinig grenzen stelt, anderen steeds macht geeft
en  te  weinig  ruimte  maakt  voor  je  eigen   wensen   en
verlangens. Ik kan me voldoende situaties voorstellen waarin
onderwerping inderdaad heel kwalijk en  ook  schadelijk  kan
zijn.  Denk bijvoorbeeld aan mensen in een relatie waarin ze
psychisch of lichamelijk mishandeld worden.  Deemoed is  dus
niet altijd een positief iets en  soms  is  het  juist  heel
belangrijk om je leven bij de teugels te nemen en  de  macht
te grijpen voor verandering.  Zoals bij alles is het nederig
kunnen zijn dus ook nauw verweven met je maatschappelijke en
persoonlijke   privileges.    Het    is    bij    religieuze
voorschriften, of ideeën dan ook altijd belangrijk om dit te
bekijken binnen dat licht van privileges.  Dit sluit ook aan
bij het idee dat je niet over anderen  moet  oordelen,  want
zelfs als ze bijvoorbeeld jouw waarde van deemoed delen  dan
nog hebben ze niet hetzelfde leven als jij en misschien niet
dezelfde mogelijkheden om zo'n waarde tot uiting  te  kunnen
brengen.

Het verre van je werpen van macht kan dus ook problematische
kanten hebben, maar Franciscaans  bezien  is  het  over  het
algemeen wel een doel om geen macht te  willen  bezitten  en
als mensen je slecht behandelen dit zelfs als een  zegen  te
zien.  Het verhaal van Franciscus over de "ware vreugde" [2]
is hier een prachtig voorbeeld van.

Ik weet niet goed wanneer je  een  zienswijze  psychologisch
problematisch mag noemen en wanneer het  gewoon  een  sterke
levensovertuiging is.  Vaak wordt  deze  grens  overschreden
zodra iemand er dagelijks onder lijdt en er  sprake  is  van
een  waarneembare   "ziektelast".    Als   je   gevoel   van
minderwaardigheid  leidt  tot  een   verstikkende   zelfhaat
waardoor je een constante  hersenmolen  hebt  die  negatieve
gedachtes over jezelf herhaalt  dan  kan  dit  absoluut  een
probleem zijn.  Daarentegen had  Franciscus  ook  een  grote
mate van zelfverachting. Dit kreeg hem er echter niet onder.
Als hij het een tijdje moeilijk had dan trok hij zich  terug
om zo lang als het nodig was te bidden.  Daarna kwam hij als
herboren terug en gaf hij haast licht van de vreugde die hij
ervoer.  Zijn vreugde was heel tekenend vaak gericht  op  de
natuur.  Zijn ontzag hiervoor komt prachtig  naar  voren  in
zijn bekende Zonnelied 3.  Het mooie hieraan vind ik dat het
zich zo expliciet  wegtrekt  uit  de  kerken  van  steen  en
voegwerk.  Het  gaat  de  wereld  in  om  die  te  bezingen.
Franciscus combineerde het  ascetische  kloosterlijke  leven
met een diep ontzag en deelname aan de wereld  die  ongekend
was.  Deze onderwerping aan alle natuur waar  hij  God  voor
roemde is totaal en zelfs voor mij als  nuchtere  vrijzinnig
protestant erg aansprekend.

Het is deze onderwerping aan de schepping en aan elkaar  die
wij in deze tijd ook hard nodig hebben.  De enige manier  om
door de klimaatcrisis te komen is door  onze  nietigheid  te
aanvaarden en  voorbij  te  leven  aan  de  wensen  van  ons
neoliberaal systeem en de grootkapitalistische  machten  die
ons in hun greep hebben.  Op een soortgelijke manier  leefde
Franciscus voorbij aan de katholieke kerk die in  zijn  tijd
van  kruistochten  heel   dwingend   en   verwoestend   was.

Franciscus koos ervoor om het spel van macht en  positie  te
verlaten.  Hij gaf zijn bezittingen weg, hielp met  de  zorg
voor mensen met lepra, bouwde aan kerken en bouwde  aan  een
een uitdijende groep van minderbroeders en  inspireerde  wat
later de orde der  Clarissen  zou  gaan  heten.   De  totale
onderwerping en  nederigheid  waarmee  Franciscus  en  Clara
leefden en voorleefden kan ook nu nog een  waardevolle  bron
van inspiratie zijn.  Of je nu een  ascetische  kloosterling
bent, een milieuactivist of een  remonstrantse  queer  zoals
ik.

Vrede en alle goeds


* Vijdt, P. Bruno. (1941). Sint Franciscus in onze Nederlandsche
letterkunde.

Hyperlinks:
[1]: http://www.franciscaansleven.be/uploads/2/6/2/5/26259998/het_verhaal_van_de_ware_vreugde.pdf
[2]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnelied


-----------------------------------------------------------
                     Tags: nederlands