Zaken doen met vrije software
=============================
2014-01-17
Dit stuk verscheen in 2013 in Linux Magazine. Je kunt de PDF
ook downloaden [1].
Alhoewel vrije software meestal gratis verspreid wordt, kun
je er prima geld mee verdienen. En in tegenstelling tot
bedrijven als Red Hat hoef je ook geen miljoenenomzet te
draaien om hier een levensvatbaar businessmodel van te
maken.
Eerst wat geschiedenis. In 1969 koppelde IBM de verkochte
hardware nadrukkelijk los van de software en gaf zo ruimte
aan wat nu een miljardenindustrie is. Voor die tijd werd
programmatuur bij de dure mainframes geleverd en
programmeurs konden deze vrijelijk aanpassen en uitbreiden.
Niet iedereen was in zijn nopjes met deze ontwikkeling.
Richard Stallman starte begin jaren tachtig de vrije
software beweging en zette zijn gedachtes in 1985 uiteen in
het GNU Manifesto. In dit manifest beschreef hij niet alleen
de ideologie achter softwarevrijheid, maar ook de
mogelijkheden om hier geld mee te verdienen. Hij verwierp de
gedachte dat dit programmeurs tot de bedelstaf zou
veroordelen en nam nadrukkelijk de ruimte om aan te geven
dat hij de ‘free’ in free software bedoelde als in ‘free
speech’, niet als in: ‘free beer’.
Stallman bracht gelijk een businessmodel in de praktijk. Hij
verkocht de broncode van de teksteditor GNU Emacs. Deze deed
hij voor 150 dollar op de post, waarna de ontvanger een tape
thuiskreeg. Maar het duurde nog even voordat de
commercialisatie van vrije software een vlucht nam. Dit
gebeurde in 1989 toen het Amerikaanse Cygnus Solutions
opgericht werd. Michael Tiemann, John Gilmore en David
Henkel-Wallace boden hiermee commerciële ondersteuning voor
vrije software en wisten een succesvol bedrijf op te zetten
rond de support en ontwikkeling van de GNU tools voor
programmeurs.
In de jaren negentig groeide het aantal bedrijven dat hun
diensten aanbood rond open source. Met name het succes van
de Linux kernel, gecombineerd met de webserver Apache en het
GNU besturingssysteem speelden hier een grote rol in. Het
stelde mensen in staat om veel goedkoper een webserver te
kunnen neerzetten dan voorheen.
In 1998 werd de term “open source” gemunt om de aandacht wat
af te leiden van de meer ideologische aspecten van vrije
software en meer te richten op de praktische kant ervan. Dit
zette de deuren open naar brede vermarkting van vrije
software. Red Hat, een bedrijf met zijn eigen GNU/Linux
distributie, ging in 1999 uiterst succesvol naar de beurs,
gevolgd door de recordbrekende beursgang van VA Linux
Systems dat voorgeïnstalleerde Linux computers verkocht.
Ondanks het barsten van de internetbel bleef het aandeel van
open source en vrije software in de jaren hierna stijgen.
Met deze ontwikkeling zijn er ook een overvloed aan
businessmodellen ontstaan.
Voor freelancers of directeurs van softwarebedrijfjes die de
open source richting in willen slaan zet ik de voordelen en
valkuilen van de verschillende bussinesmodellen uiteen.
Het belangrijkste om je te realiseren is dat je – in
verhouding tot de traditionele softwareverkopers – het
accent van je arbeid verplaatst. In plaats van het product
komt de gebruiker en haar beleving en wensen centraal te
staan.
De klassieke manier om geld te verdienen met open source is
door support te verkopen. Deze support kun je bieden rond
producten die je niet zelf hebt ontwikkeld. Dit is een
uitstekende manier om je geld te verdienen. Je kunt
eenvoudig een contentbeheersysteem als WordPress, Drupal of
Joomla gebruiken. Dit vormt dan de basis voor het inrichten
van de websites van je klanten. De support die je dan levert
is het tweaken naar de smaak van je opdrachtgever en het
passend maken in de huisstijl. Deze aanpak komt erg veel
voor en is vaak zo vanzelfsprekend dat gebruikers ervan niet
eens doorhebben dat ze feitelijk een 100% open source
bedrijfje runnen.
Het is voelt als programmeur ook vrij logisch om uit te gaan
van bestaande code, hoef je minder zelf te programmeren en
aan het eind van de streep ook minder door te berekenen aan
je klanten. Ook zit je klant niet aan jou vast als
ontwikkelaar.
Je kunt support verkopen rond een bestaand product, maar je
kunt er ook een zelf ontwikkelen. Red Hat doet dit
bijvoorbeeld met hun eigen Red Hat Enterprise Linux. De
broncode van RHEL kun je vrijelijk downloaden en
verspreiden. Deze programmatuur staat echter niet zozeer
centraal. Red Hart verdient zijn geld met de handholding,
support en updates. Deze kun je krijgen door een abonnement
bij hen af te sluiten en een deel van de inkomsten hiervan
worden vervolgens weer gestoken in het doorontwikkelen van
hun portefeuille aan open source projecten die zich
voornamelijk richten op de enterprisemarkt.
Red Hats aanpak is enorm succesvol en haalde als eerste
opensourcebedrijf een jaaromzet van een miljard dollar. Dit
neemt echter niet weg dat je dit bussinesmodel ook prima
kunt gebruiken als klein softwarebedrijfje of freelancer.
Het grote voordeel hiervan is dat je zelf de ontwikkeling
van het product kunt sturen en gebruik kunt maken van
bugfixes en code van mensen buitenaf. Als je het goed doet
is het mogelijk om een gemeenschap rond jouw project te
creeëren. Deze enthousiaste gebruikers leveren jou dan weer
klanten op die aankloppen voor support.
Wat je je wel moet realiseren is dat het vrij veel tijd kan
kosten om zo’n open source project te ontwikkelen. Als je
slim bent zoek je klanten die dit mee kunnen financieren. De
core developers achter het Erlang webframework Zotonic doen
dit bijvoorbeeld handig. Zij maken als verschillende kleine
bedrijfjes gebruik van het pakket en breiden het uit aan de
hand van de wensen van hun klanten. De code die dit oplevert
stroomt regelmatig weer terug in Zotonic. Je kunt er echter
niet van uit gaan dat je gelijk al klanten bij je project
zal hebben en niet alle open source projecten zijn
levensvatbaar. Dit kan dus betekenen dat je weekenden en
avonden in een project moet steken, zonder direct uitzicht
op geld. Je kunt er dan maar het best een echte passie voor
hebben, want anders kun je je beter richten op bestaande
systemen.
Als je toch wel gehecht bent aan het traditionele beeld van
de softwareverkoper dan zijn er ook mogelijkheden om direct
geld te verdienen aan je programmatuur. Ik kom regelmatig
thema’s en plugins voor WordPress tegen waarvoor betaald
moet worden. Dit lijkt in eerste instantie wat merkwaardig,
want de licentie van WordPress vereist dat de daaraan
gekoppelde software ook open source is. Dit neemt echter
niet weg dat je in navolging van Stallman met GNU Emacs geld
kunt vragen. Je biedt je extensie dan aan via een webshop,
waar de klant kan afrekenen met bijvoorbeeld PayPal en er
zelf mee aan de slag kan. Dat laatste is natuurlijk een
vrees van menig traditionele softwareverkoper. Ze zijn bang
dat anderen met hun pakket aan de haal gaan en er over hun
rug geld mee verdienen. In de praktijk blijkt dit niet zo
vaak te gebeuren, want het is vrij veel werk om zo’n pakket
te voorzien van het nodige onderhoud. De extensies en
thema’s zijn vaak ook dusdanig klein dat het voor andere
programmeurs al gauw makkelijker is om hun eigen systeem te
programmeren. Deze methode van programmatuur verkopen kom je
veel tegen bij onder andere WordPress, Magento, OpenCart, en
Joomla.
Je kunt ook je software aanbieden onder twee verschillende
licenties. Deze techniek wordt dual licensing genoemd en
houdt in dat je enerzijds je pakket beschikbaar maakt onder
een vrije licentie, maar anderzijds ook een commerciële
gesloten licentie hanteert. Je zorgt er dan voor dat de open
source zijde gebruik maakt van copyleft. Dit betekent dat
als mensen wijzigingen aanbrengen in de broncode en het
pakket verder distribueren, deze wijzigingen ook weer
vrijelijk beschikbaar moeten komen onder dezelfde
voorwaarden. Bedrijven die hier dan niet veel voor voelen
kunnen verkiezen de gesloten licentie aan te schaffen en
zodoende hun wijzigingen voor zich te houden. Voor MySQL en
Qt wordt zo’n soort systeem gehanteerd en financieel gezien
is dit interessant. Een nadeel van dual licensing is wel dat
je er waarschijnlijk de wrok van menig vrije software zeloot
mee op de hals haalt. Zij zien het verkopen van vrije
software in een gesloten pakket als een misdaad en zodra je
deze route inslaat is het handig om voorbereid zijn op een
mailbox vol kritische berichten. Als je daar tegen kunt en
niet zo’n ideologisch aanhanger bent van softwarevrijheid,
maar het voornamelijk bekijkt vanuit het praktische nut dan
is dit wel een levensvatbaar model om je bedrijf op te
baseren.
Er kleeft echter ook voor de pragmatischer medemens een
belangrijk nadeel aan dual licensing en dat is het feit dat
je alle auteursrechten of toestemming van de programmeurs
moet hebben om de software te mogen verkopen onder een
andere licentie. Dit zorgt ervoor dat je niet kunt
profiteren van bugfixes en code uit de gemeenschap zonder
hen ook te vragen om jou het auteursrecht toe te kennen. Ook
minder die-hard open source liefhebbers beschouwen dit als
onkies. Dus moet je er rekening mee houden dat je voor de
ontwikkeling van het project op jezelf bent aangewezen. Dit
model is dan ook niet voor een freelancer weggelegd.
Een bepaald smaakje van dual licensing dat de afgelopen
jaren sterk is gegroeid wordt ook wel “open core” genoemd.
Dit betekent dat je niet alleen meerdere licenties hanteert,
maar ook nog bepaalde features ontwikkelt die specifiek
bedoeld zijn voor de betaalvariant van je pakket. Zarafa,
SugarCRM en Puppet Labs gebruiken dit onder andere. Net als
bij het verkopen van gesloten software kan dit financieel
gunstig uitpakken, maar naast de algemene kritiek op dual
licensing worden deze pakketen vaak als crippleware
bestempeld. Deze term stamt nog uit de DOS-tijd waarin je
goedkoop floppies kon krijgen met shareware programma’s of
spelletjes die maar een klein deel van de functionaliteit
hadden. Net genoeg om je naar de gehele software te doen zou
verlangen. Het is de vraag of zo’n stempel altijd terecht
is, maar wie voor deze route kiest moet daar wel mee kunnen
leven.
Er zijn nog meer – creatievere – manieren om geld te
verdienen met vrije software. Je kunt donaties vragen voor
je project, maar je kunt ook geld proberen te verdienen aan
de wens tot gemak van je gebruikers. Het downloaden van een
pakketje met broncode, dit compilen en vervolgens aan de
gang krijgen kost tijd en met name als het een groot pakket
is dat weer afhankelijk is van veel andere paketten dan kan
dit snel een dagdeel in beslag nemen. Daarom kun je net als
Paul Davis van het digitale audiomontagesysteem Ardour de
voorgecompilede pakketjes gaan verkopen. Hier vraag je dan
een vriendelijk bedrag voor. Davis vraagt kopers zelf een
bedrag in te vullen vanaf 1 dollar. Ook is het mogelijk een
financieel evenzeer vriendelijk abonnement af te sluiten. In
het geval van Ardour werkt dit vrij aardig. Het project zit
in een kleine niche, maar Paul Davis kan er toch van leven.
En in tegenstelling tot wat je zou verwachten kiest niet
iedereen er voor om het minimumbedrag te betalen. Zijn
aanpak leverde Ardour veel sympathie op bij bij de
gebruikers en hij heeft nu 276 abonnementhouders die goed
zijn voor een bedrag van 1777 dollar per maand.
Je kunt ook geld ophalen via een crowdfunding actie. Dit is
erg handig als je een startkapitaal nodig hebt en niet naar
de bank wilt. MediaGoblin haalde hiermee 42.000 dollar op.
De hoofdontwikkelaar van dit mediapubliceerplatform kan er
zo zonder financiële zorgen een jaar aan werken. Dit geeft
hem de tijd om een bussinesmodel voor de tijd daarna uit te
vogelen. Hij zou hierna de route van WordPress kunnen kiezen
en net als WordPress.com een gehoste variant van het pakket
kunnen aanbieden.
Zoals je ziet zijn er veel verschillende manier om zaken te
doen met vrije software. Of je nu als freelancer support wil
leveren voor externe systemen, met een gewaagd project geld
van de eindgebruiker vraagt, of je eigen bedrijf wilt
oprichten met een eigen product, de gebruiker staat binnen
vrije software altijd centraal en zal uiteindelijk jouw
succes bepalen. De meest geslaagde open source projecten
vormen een eenheid met die gebruikers. Zij leveren bugfixes,
vertalingen, suggesties voor verbeteringen en wellicht zelfs
hele stukken code. Misschien willen ze het ook zakelijk
gebruiken en kun je zo je krachten bundelen. In plaats van
een eenzijdig verkoopkanaal ontstaat er een levendige
gemeenschap van mensen die een project niet alleen
downloaden en installeren, maar ook verbeteren en er zelf
deel van uitmaken.
Hyperlinks:
[1]:
https://jelle.xyz/linuxmagazine/zaken-doen-met-vrije-software.pdf
-----------------------------------------------------------
Tags: nederlands